Spelen met short rows

Een bericht over breien door op dinsdag 14 april 2015

Tags: , ,

Kabels, ajour, Fair Isle, er zijn heel wat breitechnieken een recht-toe-recht-aan breiwerk interessant te maken. Maar ook de eenvoudige ribbelsteek (de ‘garterstitch’) kan heel mooi zijn. Een col met deze steek breien vind ik nog best te overzien, maar voor een groter project is hij mij iets te saai. Je breit namelijk alleen steeds heen en weer recht (of averecht) om deze ribbels te krijgen – of om en om recht en averecht als je in het rond breit. Om van de ribbelsteek een interessant breiwerk te maken, heb je nog iets nodig.

Color Affection van de Finse ontwerpster Veera Välimäki is helemaal gebreid met de ribbelsteek, maar juist niet saai! Ten eerste speelt Veera met drie kleuren, die subtiel in elkaar overlopen. Je begint in kleur 1, breit daarna om en om kleur 1 en 2, vervolgens opeenvolgend naalden in 1, 3 en 2 en tot slot een paar naalden van kleur 3.

Maar wat Color Affection nog meer karakteriseert zijn de speelse vlakken waaruit de sjaal is opgebouwd. Deze zijn niet rechthoekig, maar ze golven sierlijk. Het patroon bevat namelijk heel veel ‘short rows’, ofwel ‘verkorte toeren’. (Dit soort termen leer ik altijd kennen in het Engels, waarin het breijargon al veel dieper geworteld is. In het Nederlands is het nauwelijks gestandaardiseerd. Zo bestaan er talloze heldere afkortingen in het breiengels, maar in het Nederlands komen die termen al snel wat klungelig, en vooral onduidelijk over. Maar dat terzijde.)

Deze techniek wordt voornamelijk gebruikt om diepte aan te brengen in het breiwerk, zoals voor de hiel van een dik of om de bovenkant van de mouw mooi aan te laten sluiten op de schouder. Je maakt ‘hoogteverschillen’ in je breiwerk, waardoor je allerlei vormen kunt maken. Zoals de term al zegt, brei je kortere toeren dan normaal. Halverwege een naald keer je je werk om en brei je terug; zo ontstaat op de ene plek in je werk meer hoogte dan op de andere. Daar kun je eindeloos mee spelen!

Als je zomaar je werk draait en verder breit, ontstaan er gaten op de keerpunten. Daarom kun je je draad een keer om je laatste steek halen voor je je werk draait (een zogenaamde Wrap & Turn). Als je de steek voorbij het keerpunt wilt breien, neem je deze samen met de omslag. Zo haal je de steken die even links heb laten liggen weer mooi bij je werk. Er zijn meer technieken voor short rows, zoals de Duitse en de Japanse. Deze lijken erg op de Wrap & Turn, alleen maak je geen omslag, maar je maakt wel in alle gevallen een extra lus om gaten te voorkomen.

Heb je zin om wat te spelen met ‘short rows’? Op YouTube vind je allerlei heldere tutorials voor de verschillende technieken. Welke brei jij het liefst?